‘De Bulgarenfraude stond niet aan de wieg van de onbarmhartige aanpak van onschuldige burgers’ (2024)

Het liefst houdt onderzoeksjournalist Siebe Sietsma de nodige afstand van politiek Den Haag. ‘Het is een grillige wereld, waarin politici een eigen draai geven aan de verhalen die mijn collega’s en ik maken. Dat klinkt als een verwijt maar is het niet. Pers en politiek hebben hun eigen verantwoordelijkheden en die moeten niet door elkaar lopen. Ongemakkelijk is dat de Tweede Kamer dat in de nasleep van de toeslagenaffaire nu juist wel doet.’ We vroegen Sietsma terug te kijken op zijn onthulling rond de ‘Bulgarenfraude’.

Elf jaar na publicatie bestaan er allerlei kleinere en grotere misvattingen over de Bulgarenfraude. Een kleine is dat de primeur van RTL Nieuws en Brandpunt kwam. Dat zit net iets anders. Een verslaggeefster van de Bulgaarse zender BTV hoort begin 2013 over ophef in het dorpje Ivanski.

Ze gaat er met een cameraploeg op af en treft inderdaad woedende bewoners. Woedend, omdat het saldo op hun Nederlandse bankrekeningen niet meer wordt aangevuld. Hun nutteloos geworden oranje ING-pasjes en bankafschriften zwaaien ze boos voor de camera heen en weer.

De verslaggeefster weet de situatie niet helemaal te duiden, maar zendt de beelden desondanks uit op BTV.

Toevallig ben ik dan via een bron ook al op dit fenomeen gewezen en heb geheime rapporten van hand­havingsinstanties in handen. Voor RTL Nieuws kan ik op zondag 21 april 2013 een artikel publiceren met alle relevante feiten. Die avond zendt Brandpunt de inmiddels beruchte beelden uit Ivanski uit, vergezeld van een ongemakkelijk interview met staatssecretaris Weekers.

Dat is inmiddels een eeuwigheid geleden. En het dossier heeft groteske proporties aangenomen.

Wat heeft het voor zin?
Als Villamedia me vraagt terug te blikken op mijn onthulling in april 2013, sta ik ook niet meteen te springen. Wat voor zin heeft het om nóg een keer te reflecteren?

Toch is het onderwerp opnieuw relevant. Dat komt met name door het recente rapport ‘Blind voor mens en recht’, van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening. Daarin haalt de commissie uit naar de media en de dynamiek die ontstond na uitkomen van de Bulgarenfraude. Die uithaal verdient een reactie.

Vooropgesteld, reflectie op de hype over de Bulgarenfraude is wel degelijk zinnig. De hausse aan media-aandacht na het eerste bericht was enorm. En de hoge toon waarop door ongeïnformeerde media over de fraude werd gesproken was ook mij vaak net iets te makkelijk.

Maar ook iets te makkelijk wordt nu een verband gelegd tussen de publicaties over de Bulgarenfraude en door de overheid gedupeerde slachtoffers van de toeslagenaffaire. De hink-stap-sprong in dat inmiddels gangbare narratief gaat als volgt: sensatiebeluste journalisten blazen fraude op tot enorme proporties, Kamerleden reageren met een populistische roep om harde aanpak van fraudeurs en uiteindelijk krijgen onschuldige burgers exorbitante sancties opgelegd.

Dat narratief is in feite een klassieke shoot the messenger en komt niet overeen met de volgorde van de gebeurtenissen. Want ‘Den Haag’ pakte fraudeurs al strenger aan voordat de Bulgarenfraude naar buiten kwam. Daartoe werd per ­1 januari 2013 een nieuwe Fraudewet van kracht. Om ‘de groeiende groep van hardnekkige fraudeurs af te schrikken’ wordt elke administratieve fout aangemerkt als fraude. En de boetes gaan flink omhoog.

Onlangs publiceerde het CBS ook veelzeggende cijfers. Al vanaf 2004 zijn huishoudens gedupeerd geraakt in de toeslagenaffaire. En van de in totaal 25 duizend getroffen huishoudens kregen maar liefst 15 duizend huishoudens hun eerste invordering vóór 2013, dus voordat de Bulgarenfraude aan het licht kwam. Dat de berichtgeving over de Bulgarenfraude aan de wieg stond van de onbarmhartige aanpak van onschuldige burgers is dus niet waar.

Je verwacht dus dat de Kamercommissie voorzichtig is met conclusies over de rol van de pers. Dat is niet zo.

Hink-stap-sprong narratief
Helaas spijkert de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening deze misvatting nog wat steviger vast. De commissie gaf wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) opdracht om onderzoek te doen naar (onder meer) de media-aandacht voor fraude met sociale voorzieningen en de invloed daarvan op de politiek.

In deze ‘contextanalyse’, bijlage bij het eindrapport ‘Blind voor mens en recht’ van de commissie, worden ruim honderdduizend berichten over fraude geturfd. Dat levert best interessante inzichten op. Maar tot een helder antwoord op de vraag of nieuwsmedia via de Tweede Kamer inderdaad invloed hebben gehad op anti-fraudewetgeving komt het niet. Dat erkennen de onderzoekers zelf ook.

‘Het is - zeker op basis van openbare bronnen - wetenschappelijk niet vast te stellen dat een bepaald discours direct tot bepaald beleid heeft geleid.’ De aanwijzing die ze wel tegenkomen in de richting van het hink-stap-sprong narratief is nogal zacht en gaat ook niet over het wetgevende werk in de Kamer: ‘Ook is het niet onwaarschijnlijk dat het harde klimaat na de Bulgarenfraude en de commissie-Rutte heeft bijgedragen aan de hardvochtige uitvoering van de wetgeving bij de Belastingdienst/Toeslagen.’

Je verwacht dus dat de Kamercommissie voorzichtig is met conclusies over de rol van de pers. Dat is niet zo. In het eindrapport staat: ‘Er is onevenredig vaak geschreven over fraude binnen de sociale zekerheid. Bij fraude ging het bovendien met name over fraude door mensen met een migratieachtergrond. (…) De commissie concludeert dat Kamerleden en journalisten hiermee een aanjagende rol hebben gehad.’

Die conclusie is dus niet gebaseerd op wetenschappelijk vastgestelde feiten uit het onderzoek. En de formulering is een beschuldiging die net zo hard is als onduidelijk. Wie moet zich aangesproken voelen? Onderzoeksjournalisten? Haagse journalisten? Columnisten misschien? Dat maakt wel uit.

Met een vage beschuldiging en een gemankeerde redenering maakt de Tweede Kamer de pers medeplichtig aan uitwassen in beleid en uitvoering.

Xenofobe berichtgeving
Ook geeft de commissie niet aan wat ‘onevenredig’ precies betekent, en wat dan wel ‘evenredig’ zou zijn geweest. En wat moet de journalistiek met de bedekte beschuldiging van xenofobe berichtgeving? Zowel de fraude door Bulgaren als Poolse arbeidsmigranten heb ik samen met collega’s aan het licht gebracht. We baseerden ons op vertrouwelijke, ambtelijke rapporten. Die werden me ongevraagd aangedragen door onafhankelijke bronnen uit verschillende instanties. Ik probeer me voor te stellen wat ik daar volgens de commissie mee had moeten doen.

Wegstoppen in een lade en maar niet publiceren, omdat de daders een migratieachtergrond hebben?
De VU-onderzoekers stellen enkele aanbevelingen op.

Bijvoorbeeld: ‘In positieve zin kunnen media en politiek samen optreden om problemen te agenderen en bediscussiëren’. En: ‘Zowel media als politici zullen moeten komen tot een manier van werken waarin het mogelijk is om serieus in te gaan op mogelijke problemen en beter te luisteren naar de experts binnen de diverse adviesraden die Nederland rijk is (…)’.

Pers en politiek die samen optreden, dat klinkt niet meteen als een goed idee. En wat wordt er bedoeld met de aanbeveling aan de pers om te zoeken naar een ‘manier van werken waarin het mogelijk is om serieus in te gaan op mogelijke problemen’? Doen we dat nu dan niet?

De onderzoekers van de VU hadden zichzelf een dienst bewezen door in gesprek te gaan met de beroepsgroep die ze de maat nemen. Ik had ze graag te woord gestaan. Dat had ze misschien ook behoed voor een feitelijke misser die leidt tot onterechte stigmatisering van de journalistiek. Om de kennelijk kwalijke rol van de pers te benadrukken suggereren ze namelijk dat journalisten vooral gretig berichtten over fraudeschandalen, maar niet geïnteresseerd zijn in de soms kwetsbare positie van uitkeringsgerechtigden.

Het meest expliciet is deze conclusie: ‘In de media was te zien dat gebrekkige dienstverlening en rechtsbescherming in de sociale zekerheid pas nieuwswaardig werden nadat het schandaal rond de toeslagenaffaire was uitgebroken’.

‘Onschuldige mensen worden hard geraakt’
De onderzoekers negeren een publicatie die voor mij wel degelijk relevant is. Ook in andere reconstructies wordt die steevast buiten beschouwing gelaten: het artikel dat ik met een collega publiceerde op de website van RTL Nieuws. Het verscheen wel degelijk lang voor het uitbreken van de toeslagenaffaire, namelijk op 1 maart 2014 (het staat nog altijd online). En het gaat over uitwassen van de Fraudewet uit 2013.

De kop: ‘Nieuwe aanpak uitkeringsfraude dupeert onschuldige gezinnen’. De lead: ‘Onschuldige mensen worden hard geraakt door een nieuwe boete die sinds vorig jaar wordt opgelegd om uitkeringsfraude te bestrijden. Dat leidt in de praktijk tot schrijnende gevallen, blijkt uit onderzoek door de researchredactie van RTL.’

Het UWV erkent in het artikel dat de hoge boetes kunnen leiden tot schrijnende gevallen, maar ‘benadrukt dat het de wet moet uitvoeren’. Een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken laat destijds weten ‘…dat de wet niet bedoeld is voor mensen die zich vergissen. Minister Asscher houdt de werking van de wet in de gaten (…).’

Voor zover ik kan terughalen was RTL Nieuws het eerste nieuwsmedium dat dit aan de orde stelt. De Ombudsman, die zelf ook al klachten ontving, gaf de minister medio 2014 hierover een tik op de vingers. De rechter volgde. Minister Asscher kondigde daarop aan dat hij de wetgeving zou afzwakken. In alle opzichten het spiegelbeeld van de Bulgarenfraude. De onderzoekers en de commissie hadden deze casus kunnen gebruiken om de dynamiek tussen pers en politiek te relativeren: de nasleep van publicaties is grillig en niet te voorzien.

Vage beschuldiging
RTL-verslaggever Roel Schreinemachers berichtte bovendien in januari 2014 over huishoudens die worden gedupeerd door het onterecht stopzetten van toeslagen (naast de Fraudewet). Nog zo’n misvatting: niet de ophef over de Bulgarenfraude, maar het werk van Schreinemachers betekende het einde van Weekers’ Haagse carrière. Waarom claimen de onderzoekers dan dat journalisten geen oog hadden voor de slachtoffers van het hardvochtige beleid?

Met een vage beschuldiging en een gemankeerde redenering maakt de Tweede Kamer de pers medeplichtig aan uitwassen in beleid en uitvoering. Het risico is dat journalisten in een kramp schieten bij publicatie van onderwerpen die wel eens politiek gevoelig zouden kunnen liggen. Ook het draagvlak voor media kan hiermee worden aangetast. En dat is niet goed voor het vermogen van de pers om de macht, ook de Tweede Kamer, te controleren.

Deze benadering lijkt trouwens ook te wijzen op onzekerheid van volksvertegenwoordigers over het eigen functioneren. Want natuurlijk moeten Kamerleden net zo goed als journalisten een onafhankelijke positie innemen. Daarbij hoort dat ze signalen uit de pers oppikken. Maar zodra ze op de blauwe zetels plaatsnemen is het hun verantwoordelijkheid om autonoom beslissingen te nemen in het algemeen belang.

Mijn eigen berichtgeving over de toeslagenfraude door Bulgaren heb ik natuurlijk teruggelezen: maakte ik fouten, heb ik de omvang overdreven, had ik het met de kennis van nu beter kunnen doen? Bij de parlementaire enquêtecommissie zou het waarschijnlijk goed vallen als ik nu deemoedig concludeerde dat het de volgende keer echt anders moet.

Maar ik zou niet weten hoe ik mijn vak kan uitoefenen als ik rekening moet houden met de manier waarop andere media met mijn berichtgeving zullen omgaan, en hoe de Tweede Kamer die naar eigen inzicht al dan niet gebruikt bij het maken van nieuw beleid. Om dezelfde reden houd ik nog steeds gepaste afstand van Den Haag. En het is aan Den Haag om gepaste afstand te houden van de journalistiek.

‘De Bulgarenfraude stond niet aan de wieg van de onbarmhartige aanpak van onschuldige burgers’ (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Geoffrey Lueilwitz

Last Updated:

Views: 6098

Rating: 5 / 5 (60 voted)

Reviews: 91% of readers found this page helpful

Author information

Name: Geoffrey Lueilwitz

Birthday: 1997-03-23

Address: 74183 Thomas Course, Port Micheal, OK 55446-1529

Phone: +13408645881558

Job: Global Representative

Hobby: Sailing, Vehicle restoration, Rowing, Ghost hunting, Scrapbooking, Rugby, Board sports

Introduction: My name is Geoffrey Lueilwitz, I am a zealous, encouraging, sparkling, enchanting, graceful, faithful, nice person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.