IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (2024)

I n 1274 v.Chr. trok farao Ramses II aan het hoofd van een groot leger het zuiden van Syrië binnen om het strategisch belangrijke Kadesh te veroveren op de Hittieten.

Niet ver van de stad liepen de Egyptische troepen in een hinderlaag, waarna de Hittieten plotseling midden in het kamp van Ramses stonden.

De koning aarzelde geen moment: hij hees zich in zijn borstharnas, sprong op zijn strijdwagen en reed in op het vijandelijke leger alsof hij de oorlogsgod Mentoe zelf was.

Zo zette Ramses in zijn eentje een dreigende nederlaag om in een glorieuze overwinning op zijn sterke aartsvijand.

Dat vertelt hij in ieder geval zelf in de inscripties en reliëfs die nog steeds prijken op de wanden van de tempels die hij in zijn 67 jaar op de troon liet bouwen.

‘Ik stond er moederziel alleen voor, er was niemand bij me, mijn vele infanteristen hadden me verlaten en geen enkele cavalerist keek naar me om.’

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, verkondigt hij dat hij met hulp van de god Amon maar liefst 2500 strijdwagens ramde en dat de vijand zich niet verzette:

‘Ze sprongen met hun hoofd naar voren in de rivier, als krokodillen die duiken. Ik doodde zoveel vijanden als ik maar wilde.’

Volgens andere bronnen eindigde de veldslag echter onbeslist.

Ramses beging een aantal tactische blunders, maar zijn leger werd niet weggevaagd omdat de vijand een fout maakte door het kamp van de Egyptenaren te plunderen.

Daardoor merkten de Hittieten niet dat er Egyptische versterkingen arriveerden.

Ramses de Grote, zoals hij ook wordt genoemd, lijkt in allerlei opzichten een bijzondere man te zijn geweest.

Uit zijn mummie, die in de 19e eeuw werd gevonden, is afgeleid dat hij met zijn 1,70 meter een stuk boven de gemiddelde Egyptenaar uitstak, en zijn haar was knalrood.

Op zijn oude dag werd het bijgekleurd met henna. De gemummificeerde Ramses had ook een opvallende neus en hoge jukbeenderen.

Deze kenmerken komen terug in de vele beelden die bewaard zijn gebleven, waarop de farao steevast is afgebeeld met een koninklijke glimlach op zijn volle lippen.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (1)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (2)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (3)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (4)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (5)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (6)
IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (7)

Farao verjaagt Hittieten

De Slag bij Kadesh begint met een Hittitische opmars. Maar na twee Egyptische tegenaanvallen slaan de Hittieten hals over kop op de vlucht.

De Egyptische divisie P’Re is op weg naar het kamp van Ramses als de soldaten worden verrast door een grote groep Hittitische strijdwagens.

De hittieten rijden op de Egyptenaren in, draaien en razen door naar Ramses’ kamp.

Enkele strijdwagens van P’Re komen vóór de Hittieten in het kamp aan en waarschuwen de farao voor de aanstaande aanval.

Osprey

Hittitische wagens vallen het Egyptische leger aan om het te plunderen, maar raken het initiatief snel kwijt.

Osprey

Osprey

Koning Muwatalli ziet dat zijn Hittieten zich terugtrekken en laat de resterende mannen nog een aanval uitvoeren.

Osprey

De nieuwe eenheid van koning Muwatalli valt het Egyptische kamp aan, maar wordt verrast door de reservedivisie van Ramses.

De egyptische reserves vallen de Hittieten meteen aan en achtervolgen hen richting de Orontes.

Farao Ramses heeft de achtervolging van de eerste groep Hittieten beëindigd en mengt zich weer in de strijd.

De hittieten vluchten de Orontes over. Velen verdrinken in hun poging de overkant te halen.

Osprey

Farao is de zoon van de zonnegod

Ramses, die rond 1300 v.Chr. geboren werd, werd al vroeg aangewezen als opvolger van zijn vader, hoewel zijn moeder Toeja niet een van de meest prominente vrouwen van Seti I was.

Op zijn 10e werd Ramses opperbevelhebber van het leger en ging hij met zijn vader mee op veldtocht in Nubië, Palestina en Syrië.

In een inscriptie in de tempel van Abydos vertelt Ramses zelf dat zijn vader op een dag zijn zoontje toonde aan zijn onderdanen met de woorden: ‘Kroon hem tot koning, dan kan ik zijn prestaties nog tijdens mijn leven aanschouwen!’

Daarom dachten historici lang dat Seti en Ramses enige tijd samen regeerden. Maar die theorie is niet meer gangbaar.

De farao werd gezien als de zoon van de zonnegod Ra. Hij was de schakel tussen goden en mensen en zag erop toe dat de wil van de goden geschiedde.

Daarom kon er maar één farao tegelijk zijn. Toen Seti in 1279 v.Chr. stierf, werd Ramses gekroond als derde farao van de 19e dynastie, na Seti en zijn opa Ramses I.

De 24-jarige vorst begon meteen te bouwen, en dat zou hij zijn hele leven blijven doen. In het noordoosten van de Nijl-delta, waar zijn vader zijn zomerverblijf had gehad, bouwde hij een nieuwe hoofdstad: Pi-Ramesse, Ramses’ huis.

Die werd ook de ‘turkooizen stad’ genoemd omdat de vele paleizen, tempels en regeringsgebouwen die de stad rijk was, vooral die kleur hadden.

Het nieuwe politieke en economische centrum moest indruk maken met zijn schoonheid, maar lag ook strategisch in het noorden van Egypte op de route naar Palestina en Syrië.

Ramses hield zich echter niet alleen bezig met bouwen: vijanden bedreigden de grenzen.

Overwinning op piraten aangedikt

De eerste militaire taak van de farao was het voorkomen van aanvallen van buiten.

Daartoe bond Ramses al in zijn tweede jaar op de troon de strijd aan met de zogeheten Sjardana, een groep piraten uit het noorden die zich op eilanden in de Nijldelta had gevestigd.

Van daaruit maakten ze de Egyptische kust onveilig. Het was voor het Egyptische leger en zijn leider misschien niet de meest glorieuze overwinning, maar Ramses versloeg de piraten moeiteloos.

‘De Sjardana verloren hun moed. Nog nooit had iemand hen tot in de eeuwigheid bestreden. Als ze verschenen vanaf het midden van de zee met hun oorlogsschepen, had niemand iets kunnen uitrichten. Maar hij (de farao, red.) heeft hen met zijn dappere leger verslagen en naar Egypte gebracht,’ liet de hoofdpersoon zelf graveren op een stèle die in de stad Tanis is gevonden.

Dat Ramses niet haatdragend was en zich niet liet meevoeren in een overwinningsroes, is af te leiden uit het feit dat hij meerdere verslagen piraten in zijn leger opnam als huurling.

Maar de jonge veldheer vertilde zich toch bijna aan de Slag bij Kadesh.

Grote delen van Palestina en Syrië vielen al sinds jaar en dag binnen de Egyptische invloedssfeer, maar soms hadden de vazalstaten een eigen wil.

Ramses’ vader Seti had meerdere succesvolle veldtochten gevoerd in Palestina en Syrië, maar had nooit een langdurige vrede weten te bewerkstelligen.

Er dreigde een opstand, met name in de delen van Palestina en Syrië die aan het rijk van de Hittieten grensden, de andere grootmacht van die tijd.

Ramses wilde voor eens en voor altijd een einde maken aan de dreiging aan zijn grenzen, en had er natuurlijk geen bezwaar tegen als dat zou resulteren in een flinke gebiedsuitbreiding.

Nubië in het zuiden was al ingelijfd bij het rijk en in het arme Libië in het westen viel niets te halen.

Daarom boden de staten in het oosten de enige mogelijkheid om het rijk uit te breiden en roem te oogsten.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (8)

De veldslag verliep anders dan de farao had gehoopt. Zijn grootste triomf was dat hij überhaupt stand wist te houden tegen de vijand.

Na een paar dagen vechten beseften de bevelhebbers van beide partijen dat het zinloos was om de strijd voort te zetten. Ramses en de Hittitische koning sloten vrede, en de farao ging naar huis.

Na zijn aftocht heroverden de Hittieten onmiddellijk het felbegeerde terrein rond Kadesh.

Toch vierde Ramses eenmaal thuisgekomen uitgebreid feest: naar eigen zeggen had hij de grootste zege in zijn regeringstermijn geboekt.

Hij moest ook wel zegevierend thuiskomen uit Syrië om zich te kunnen opstellen als beschermheer van zijn volk en sterk van start te gaan op de troon.

De farao had weliswaar een goddelijke status, maar vaak legde een heerser toch zeer menselijke trekjes aan de dag: hij wilde zijn voorganger op de troon overtreffen en zijn onderdanen imponeren.

Bouwstenen over de Nijl vervoerd

Van alle Egyptische farao’s beheerste Ramses de kunst om zichzelf onsterfelijk te maken het best – vooral omdat hij enorm veel geld uitgaf om een tastbare erfenis na te laten in de vorm van bouwwerken.

In zijn bijna 67 jaar op de troon bouwde hij een groot aantal monumentale tempels en andere gebouwen tot in de verste uithoeken van de Egyptische woestijn.

Zijn bouwwoede financierde hij met goud uit de uitpuilende mijnen van Nubië. De tempels zijn meestal van zand- of kalksteen uit een groeve in de woestijn.

De hoge obelisken in de complexen zijn echter uitgehouwen uit roze graniet uit Aswan, een paar honderd kilometer ten zuiden van Luxor en Karnak, waar grote tempelcomplexen staan.

In Egypte waren de meeste gebouwen gewijd aan de goden, maar Ramses zag bouwen vooral als een manier om zichzelf in de kijker te spelen.

De grootste bouwwerken verrezen stuk voor stuk dicht bij de Nijl, want dan konden de zware materialen bij de bouwplaats worden afgezet.

Vóór en na de tocht per schip werd alles verplaatst met kranen en hefbomen op spierkracht, en met behulp van een stelsel van hellingen kregen de arbeiders de loodzware steenblokken op de juiste plaats.

Die arbeiders waren geen slaven, zoals lang werd gedacht, maar vakmensen: architecten, landmeters, kunstenaars, handwerkslieden en bouwvakkers.

Een deel was in vaste dienst, terwijl anderen min of meer vrijwillig geworven werden in dorpen in de buurt om bepaalde taken uit te voeren.

En als de politieke en religieuze leider van het land een beroep op je deed, kon je niet weigeren.

Bij de grootste bouwprojecten waren duizenden arbeiders betrokken, die werden ingekwartierd in speciale dorpen bij de bouwplaats.

Er waren bakkers, slagers en brouwerijen, tempels, ziekenhuizen en begraafplaatsen.

Tijdens een project woonden er soms generaties lang arbeiders in deze dorpen, die onder meer zijn gevonden in de buurt van de grote piramiden in Gizeh en in Deir al-Medina bij de graftempel Ramesseum, waar de Vallei der Koningen en Koninginnen werden aangelegd.

Ook op deze valleien heeft Ramses II zijn stempel gedrukt.

Zijn eigen graf in de Vallei der Koningen is niet zo goed bewaard gebleven, maar de fraai versierde laatste rustplaats van zijn echtgenote Nefertari in de Vallei der Koninginnen is bijzonder indrukwekkend.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (9)

Ramses ontleende macht aan religie

Ramses maakte gebruik van de van oudsher nauwe band tussen religie en staat om zijn macht uit te bouwen.

Via bouwwerken en donaties verbond hij zijn naam aan de tempels voor de drie grote Egyptische goden: Amon in Thebe, Ra (de zon) in Heliopolis en Ptah in Memphis.

Hij beperkte de rol van de hogepriesters om zelf de hoogste dienaar van de goden te worden.

Tegelijkertijd verbeterde hij de positie van de beschermgod van zijn familie, Seth, en gaf hij zichzelf een goddelijke status, waardoor er in het hele rijk een cultus ontstond met hem in het middelpunt.

In alle uithoeken liet hij kolossale standbeelden van zichzelf neerzetten, die het beeld van de farao als god en oppermachtig heerser versterkten.

De standbeelden vertonen enige overeenkomst met de mummie van Ramses, en ze wekken de indruk dat hij een mooie, daadkrachtige man was. Maar de beelden geven zijn uiterlijk vast niet helemaal natuurgetrouw weer.

Zo werd de ijdele Ramses ook op zijn oude dag nog afgebeeld alsof hij in de kracht van zijn leven was. En de heerser zag er zelfs geen been in om zijn naam op beelden van eerdere farao’s te zetten.

Dat hadden veel van zijn voorgangers ook gedaan, en het hergebruiken van standbeelden was volledig geaccepteerd als niemand zich de oorspronkelijke farao meer kon herinneren.

Maar Ramses regeerde zo lang en bouwde zo veel dat hij in de loop der jaren de naam van erg veel van zijn voorgangers doorkraste.

Een aantal van hen is daardoor nu zelfs volslagen onbekend.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (10)

Nefertari (ca. 1300-1250 v.Chr.) was de lievelingsvrouw van Ramses.

Bij wijze van uitzondering kreeg ze al tijdens haar leven een goddelijke status en een eigen tempel in Aboe Simbel. ‘Nefertari’ betekent ‘schone gezellin’, en haar officiële titel was Grote Koninklijke Echtgenote.

De twee trouwden toen zij 13 was en hij 15. Ze kregen zeker vier zonen en twee dochters.

Nefertari wordt vaak even groot naast haar man afgebeeld en was vermoedelijk ook politiek actief.

Ze ging met hem mee op reis en zou hebben bijgedragen aan de vrede met de Hittieten, die werd bezegeld met een huwelijk tussen Ramses en een Hittitische prinses.

Haar graf is een van de fraaiste van Egypte, en op de wanden schreef een bedroefde Ramses: ‘In de dood heeft ze mijn hart meegenomen.’

Bekwaamheid en een beetje geluk

De regeertermijn van Ramses viel samen met een reeks goede jaren, waarin de Nijl ver buiten haar oevers trad en een dikke laag vruchtbaar slib achterliet.

Ramses stuurde de landbouw wijs en met vooruitziende blik aan. De economie bloeide op, en de farao maakte zich geliefd bij het volk.

Daarmee had hij geluk, maar hij had wel meer in zijn mars. Nadat hij lering had getrokken uit de Slag bij Kadesh wist hij voor vrede te zorgen aan de grenzen.

De strijd met de Hittieten ging nog een paar jaar door, en Ramses ondernam een serie veldtochten in Palestina en Syrië.

Uiteindelijk beseften beide partijen echter dat er nooit een winnaar zou komen. Toen de Hittitische vorst ook nog met een opstand te maken kreeg, sloegen de Hittieten en de Egyptenaren aan het onderhandelen over vrede.

In het 21e regeringsjaar van Ramses II, 1258 v.Chr., tekenden de twee grootmachten een verdrag dat de rust voor jaren moest garanderen.

De vrede bleek zelfs permanent. Het verdrag behelsde onder meer dat Ramses zijn eerdere bezittingen in Syrië opgaf.

In ruil daarvoor kreeg Egypte een duidelijke grens in het noordoosten – en een zeer lange periode van veiligheid en stabiliteit.

Ramses trouwt met vier dochters

Om het verdrag te bezegelen schonk de Hittitische koning Ramses zijn oudste dochter. Zij werd een van de vele vrouwen van de farao. En twee van hen waren belangrijker dan de anderen.

De ene was Ramses’ lievelingsvrouw Nefertari, aan wie hij een tempel wijdde in het complex Aboe Simbel en die vaak samen met de farao is afgebeeld.

De ander was Isetnofret, die na de dood van Nefertari de eerste echtgenote werd en de moeder was van Merenptah, de 13e zoon en opvolger van Ramses.

De farao trouwde ook met vier van zijn eigen dochters, zoals gebruikelijk was in die tijd.

Een farao had zo veel vrouwen omdat hij oppermachtig was en kon nemen wie hij wilde, maar ook omdat er veel huwelijken om politieke redenen werden gesloten.

Maar geen andere Egyptische vorst verwekte zo veel nageslacht bij zijn vrouwen: Ramses had meer dan 100 wettige kinderen.

Niet alle namen zijn nu nog bekend, maar we weten dat een groot deel van hen hoge posten kreeg in het staatsbestuur en de religie.

Wel bekend is Chaemwase, een zoon van Ramses en Isetnofret.

Hij wordt wel de eerste egyptoloog genoemd omdat hij als hogepriester in de tempel van Ptah in Memphis oude teksten bestudeerde en veel vervallen monumenten restaureerde, waardoor kennis bewaard gebleven is die anders verloren was gegaan.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (11)

Farao overleeft zijn erfgenamen

De farao presteerde het om de meeste van zijn kinderen te overleven, onder wie veel potentiële troonopvolgers.

Ramses was ruim 90 jaar oud toen hij in 1213 v.Chr. overleed in Pi-Ramesse na een kleine 67 jaar op de troon.

Hij liet niet alleen een groot rijk na, dat floreerde dankzij de lange periode van stabiliteit, maar ook een indrukwekkend aantal architectonische hoogstandjes.

De farao zelf werd met veel pracht en praal begraven in de Vallei der Koningen. In 1881 werden zijn mummie en die van zijn vader Seti gevonden.

Al in de oudheid oversteeg de reputatie van Ramses de Grote de grenzen van Egypte.

Maar hij liet zijn rijk ook achter met een probleem: zijn bouwprojecten hadden veel geld gekost, en het rijk was in economisch opzicht een stuk wankeler dan het leek toen zijn opvolger aantrad.

Ramses’ zoon Merenptah was al op leeftijd, rond de 60, toen hij op de troon kwam.

Een aantal jaren wist hij Egypte bij elkaar te houden, maar uiteindelijk werd de druk op het rijk te groot, zowel door interne conflicten tussen machtige families als door vijanden van buiten de grenzen.

Na de dood van Merenptah kwam het Egyptische rijk ten val.

De 19e dynastie, waar Ramses II toe had behoord, raakte hopeloos verdeeld door een strijd om de opvolging. Slechts 33 jaar na de dood van Ramses kwam er al een nieuwe dynastie op de troon.

IJdele farao schepte op over zijn grootse daden (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Frankie Dare

Last Updated:

Views: 5749

Rating: 4.2 / 5 (53 voted)

Reviews: 84% of readers found this page helpful

Author information

Name: Frankie Dare

Birthday: 2000-01-27

Address: Suite 313 45115 Caridad Freeway, Port Barabaraville, MS 66713

Phone: +3769542039359

Job: Sales Manager

Hobby: Baton twirling, Stand-up comedy, Leather crafting, Rugby, tabletop games, Jigsaw puzzles, Air sports

Introduction: My name is Frankie Dare, I am a funny, beautiful, proud, fair, pleasant, cheerful, enthusiastic person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.